De eenvoudigste manier om wandpanelen te monteren is door ze met speciale lijm of montagekit op een vlakke, schone en droge muur te plakken. Voor lichte panelen kunt u gebruikmaken van plakstrips, zodat u geen gaten hoeft te boren.
Stap‑voor‑stap handleiding om wandpanelen te plaatsen
- Ondergrond voorbereiden
Zorg dat de muur schoon, droog, stof- en vetvrij is. Verwijder loszittend behang of verf voor de beste hechting. - Panelen positioneren
- Meet nauwkeurig af en markeer licht de grenzen met potlood.
- Leg eerst een testopstelling (droog monteren zonder lijm) om te checken of alles past.
- Montagesysteem kiezen
- Lijm/kit (aanbevolen voor akoestische en houtlook panelen): breng een lijntje of dotten lijm aan. Druk het paneel stevig tegen de muur en laat even drogen.
- Zelfklevende panelen en mozaïektegels zijn kant-en-klaar met plaklaag – verwijder alleen de folie en druk op de muur.
- Ophangsysteem met plakstrips of punaises is geschikt voor lichte panelen en laat de muur vrijwel onbeschadigd achter.
- Aflijnen en uitlijnen
Gebruik een waterpas of laserwaterpas om scheefhangen te voorkomen. Vooral bij lattenwanden is een rechte uitlijning cruciaal voor een strak resultaat. - Naden en hoeken afwerken
- Akoestische en houten panelen kun je op elkaar laten aansluiten; soms is een smalle lat of overgangsprofiel nodig.
- Voor PVC- en marmerlookpanelen gebruik je afdichtprofielen of sierlijsten om vochtwering en een net uiterlijk te garanderen.
- Droog- en fixerperiode
Laat de lijm volledig uitharden volgens de instructies (meestal 24–48 uur). Zorg voor voldoende ventilatie tijdens het uitharden.
